Lage rugpijn: een verdieping in de oorzaken, de symptomen en de behandeling

Gerelateerde onderwerpen

Inhoudsopgave

Inleiding

Lage rugpijn is een bekend en voor veel mensen zelf een hinderlijk probleem. Degenen die eraan lijden, weten maar al te goed hoe het voelt om elke beweging te voelen als een last, hoe het hun dagelijkse leven verstoort en hoe het hen soms zelfs van eenvoudige taken kan weerhouden. Het is een bron van frustratie, ongemak en soms zelfs wanhoop. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van lage rugpijn bespreken.

 

Aan bod komen de meest voorkomende specifieke lumbale wervelkolomaandoeningen en de aspecifieke lumbale problemen die lage rugklachten tot gevolg hebben. Hiervan worden tevens de oorzaken en de symptomen kort beschreven. Ook bespreken we welke behandelingen er zijn voor lage rugpijn en wat osteopathie in het bijzonder kan betekenen voor de mensen die te kampen hebben met onderrugklachten.

De realiteit van lage rugpijn in Nederland

Lage rugpijn wordt ook wel lumbalgie of lumbago genoemd. Het woord “lumbago” is afgeleid van het Latijnse “lumbus”, wat “lende” of onderrug betekent, en het achtervoegsel “-ago” of “algie”, wordt gebruikt in medische termen om “pijn” aan te geven. Daarmee verwijst “lumbago” en “Lumbalgie”  specifiek naar pijn in de lendenstreek of de onderrug.

Lage rugpijn is een veelvoorkomend probleem in Nederland

 

Jaarlijks heeft ongeveer 6,8% van de Nederlandse bevolking contact met de huisarts vanwege lage rugklachten. Dat vertaalt zich naar enkele honderdduizenden patiënten. Bij jongeren (onder de 35 jaar) is de kans op lage rugklachten ongeveer 22%, en dit percentage stijgt naar 34% bij mensen boven de 45 jaar. Rugklachten komen iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, mogelijk door verschillen in belasting en risicofactoren.

 

Lage rugklachten zijn een belangrijke oorzaak van arbeidsongeschiktheid en verzuim. In Nederland wordt een aanzienlijk deel van de rugklachten (tot 66%) gerelateerd aan arbeidsomstandigheden, zoals zwaar tillen, draaien van de romp, of blootstelling aan trillingen. Internationale studies tonen aan dat werkgerelateerde lage rugklachten bij bijna 30% van de werkende bevolking voorkomen. In 2019 waren de zorguitgaven voor rugklachten in Nederland ongeveer €905 miljoen, wat de omvang van het probleem weerspiegelt. Lage rugpijn leidt ook tot indirecte kosten door productiviteitsverlies en langdurige uitval.

 

In onze osteopathiepraktijk van Centrum Osteon zijn met de nek- en schouderklachten de lage rugklachten de meest behandelde problemen.

 

Bron: VZinfo

Onderscheid tussen Aspecifieke en specifieke lage Rugpijn

Er bestaat een onderscheid tussen aspecifieke en specifieke lage rugpijn. Aspecifieke lage rugpijn verwijst naar pijn zonder een duidelijke onderliggende pathologische oorzaak, terwijl specifieke lage rugpijn wordt veroorzaakt door een onderliggende aandoening of letsel. Bekende voorbeelden van specifieke lage rugpijn zijn hernia, arthrose, spondylodese, stenose en fracturen. Aspecifieke lage rugpijn wordt veroorzaakt mobiliteitstoornissen van de verschillende weefsels in het lichaam als gevolg van verschillende factoren zoals spierbelasting, slechte houding, gebrek aan lichaamsbeweging stress, maar ook een trauma. Bekende vormen van deze rugklachten zijn het facetsyndroom en het piriformissyndroom.

 

Voor de beleving van pijn bij lage rugklachten maakt het onderscheid tussen specifieke en aspecifieke lage rugpijn niet uit. Patiënten met aspecifieke lage rugklachten kunnen meer pijn ervaren dan een patiënt met een lumbale stenose bijvoorbeeld. Andersom geldt dat ook.

Lage Rugpijn: oorzaken en symptomen

Hieronder staan de belangrijkste oorzaken van lage rugpijn en hun symptomen uitgewerkt.

Hernia (HNP)

Een hernia wordt ook wel een HNP (Hernia Nucleus Polposus) genoemd. Een hernia treedt op wanneer de zachte geleiachtige kern van een tussenwervelschijf (nucleus pulposus) uitpuilt doorheen de stuggere omliggende kraakbeenring (de annulus fibrosus) en daarbij druk uitoefent op de aangrenzende zenuw of zenuwen die gelegen zijn in het wervelkanaal (canalis vertebralis). De zenuwen in de onderrug treden uit het wervelkanaal en geven zenuwtakken af naar het onderste deel van de romp en naar de benen. Deze zenuwtakken bezenuwen deze lichaamsdelen. Een mildere vorm van een HNP is een bulging disc. Hierbij treedt de kern van de tussenwervelschijf wel naar buiten, maar de buitenste kraakbeenring blijft intact.

 

Oorzaken. De belangrijkste oorzaak van een hernia in de onderrug is degeneratie ofwel slijtage van de tussenwervelschijf als gevolg van het natuurlijke verouderings proces, repetitieve belasting en overbelasting, genetische aanleg, verkeerde lichaamshouding, sedentaire levensstijl (veel zitten / weinig beweging), obesitas (overgewicht) en roken. Daarnaast kan een HNP ook spontaan optreden bij een ogenschijnlijk gezonde wervelkolom als gevolg van een “verkeerde beweging”

Behandeling van een een patient met een lumbale hernia kan bestaan uit rust, pijnmedicatie, fysiotherapie , osteopathie, chiropractie en in sommige gevallen chirurgie.

 

Symptomen. De Symptomen van een hernia in de lage wervelkolom kunnen dan zijn: lage rugpijn, scherpe stekende pijn vanuit onderrug tot en met voet (radiculaire pijn / zenwupijn), gevoelloosheid, tintelingen en spierzwakte in het been, controleverlies over blaas en/of darmen. Klachten verergeren bij hoesten of niezen en bij bepaalde houdingen of bewegingen (bukken en draaien).

Spinale stenose

Spinale stenose of lumbale wervelkanaal vernauwing is een vernauwing in het wervelkanaal (canalis vertebralis). In dit deel van het wervelkanaal ligt het ruggenmerg (medulla spinalis) en treden de zenuwen uit naar onderste deel van de romp en de benen. De vernauwing kan op drie plaatsen optreden: centraal (centrale spinale stenose), zijdelings (laterale spinale recessus)  of ter hoogte van het foramen vertebrale (foraminale stenose). De klachten van een spinale stenose kunnen hierdoor verschillen.

 

Oorzaken. De spinale stenose wordt meestal veroorzaakt door slijtage (arthrose) van de wervels en tussenwervelschijven. Hierbij ontstaat er extra botaangroei, verdikking van de ligamenten (banden) en vaak ook een herniatie van de tussenwervelschijf. Ook kan er nog een spondylolisthesis optreden waardoor de vernauwing nog erger wordt. Daarnaast kan er sprake zijn van een aangeboren afwijking warabij het wervelkanaal vernauwd is. Ook een trauma kan zorgen wervelkanaalvernauwing.

 

Symptomen. De symptomen van spinale stenose zijn vaak milde tot ernstige pijn in de rug  die soms uitstraalt naar de billen, benen en voeten. De pijn kan worden verergerd door activiteit en verbeterd door rust. Gevoelloosheid, tintelingen en spierzwakte in de benen, billen, voeten of tenen komen ook vaak voor. In enkele gevallen is er sprake van Claudicatio intermittens: Dit is een symptoom dat bekend staat als “etalagebenen”. Het wordt gekenmerkt door pijn, krampen, zwakte of gevoelloosheid in de benen tijdens het lopen of staan, die verlicht wordt door rust. Door de pijn en de spierzwakte in de benen verandert doorgaans het looppatroon.

Spondylolisthesis

Spondylolisthesis is een aandoening waarbij een wervel in de wervelkolom ten opzichte van de onderliggende wervel naar voren schuift (anterospondylolisthesis of naar achteren (posterospondylolisthesis). Het is vaak het gevolg van het loslaten (sponylolyse) van een zijde van de wervelboog (arcus vertebralis) en  kom het meest voor in de onderrug. Dit kan leiden tot compressie van de zenuwen in de wervelkolom en symptomen veroorzaken.

 

Oorzaken. Wervelafglijding kan veroorzaak worden door degeneratieve veranderingen in de wervelkolom, zoals osteoartritis (slijtage van de gewrichten), die de stabiliteit van de wervels aantasten. Ook langdurige stress op de wervelkolom gevolg van sporten zoals turnen, gewichtheffen of voetbal kan spondylolisthesis veroorzaken, vooral bij jongere mensen, Daarnaast kan de spondylolisthesis ook het gevolg zijn van een trauma (val) waarbij er een fractuur ontstaat in de wervelboog. In sommige gevallen worden mensen geboren met aangeboren afwijkingen in de wervelkolom die spondylolisthesis kunnen veroorzaken.

 

Symptomen. De meest voorkomende symptomen van spondylolisthesis zijn milde tot ernstige rugpijn met eventueel uitstraling naar de billen en/of benen, gevoelloosheid en tintelingen in de benen, voeten of tenen, stijfheid in de onderrug, spierzwakte in benen en een veranderd looppatroon.  

Lumbale arthrose

Lumbale arthrose, ook wel lumbale spondylose genoemd, is een aandoening die wordt gekenmerkt door degeneratieve veranderingen in de wervelkolom, specifiek in de onderrug regio. Het wordt veroorzaakt door slijtage van de facetgewrichten van de wervels en de tussenwervelschijven. Slijtage van de tussenwervelschijven wordt ook wel discopathie genoemd.

 

Oorzaken: Lumbale arthrose ontstaat als gevolg van degeneratieve veranderingen in de gewrichten tussen de wervels in de lumbale wervelkolom. Deze veranderingen omvatten verslechtering van het kraakbeen, vorming van botsporen, verdikking van de gewrichtsbanden en afname van de bewegingsmogelijkheden van de wervels.

 

Symptomen: De symptomen van lumbale arthrose kunnen variëren, maar omvatten meestal pijn in de onderrug die erger wordt bij beweging, vooral na langdurig staan, zitten of lopen. De pijn kan uitstralen naar de billen, heupen of dijen. Stijfheid in de onderrug, verminderde flexibiliteit en moeite met bewegen kunnen ook voorkomen.

Lumbale fractuur

Een fractuur in de onderrug verwijst naar een breuk of scheur in een van de wervels van de lage rug, ook wel de lumbale wervelkolom genoemd. Deze fracturen kunnen variëren in ernst, van kleine scheurtjes tot volledige breuken die de stabiliteit van de wervelkolom beïnvloeden. Hier zijn de belangrijkste aspecten van fracturen in de onderrug:

 

Oorzaken. Fracturen in de onderrug worden veroorzaakt door een trauma (val van een hoogte), Osteoporose (aandoening waarbij de botdichtheid is afgenomen), Tumoren (deze kunnen het bot verzwakken) en aangeboren botafwijkingen

 

Symptomen. De symptomen van een fractuur in de onderrug zijn meestal pijn en beperkte bewegingsvrijheid als gevolg van de pijn: bukken en draaien. In ernstige gevallen kunnen er neurologische symptomen ontstaan als gevolg van beïnvloeding van het ruggenmerg of zenuwwortels.

Lumbale wervelkolomtumor

Een tumor is een abnormale groei van cellen in het lichaam. Deze groei kan zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren groeien langzaam en blijven op hun plaats, verspreiden zich niet naar andere delen van het lichaam en zijn meestal niet levensbedreigend. Kwaadaardige tumoren, ook wel kanker genoemd, groeien ongecontroleerd en kunnen zich verspreiden naar andere delen van het lichaam, een proces dat metastase wordt genoemd. Kwaadaardige cellen hebben de neiging om zich snel te vermenigvuldigen en kunnen omliggend weefsel infiltreren en beschadigen. Tumoren kunnen zich in verschillende delen van het lichaam vormen, waaronder de huid, organen, botten en zachte weefsels.

 

Oorzaken. De oorzaken van tumoren variëren en kunnen genetische factoren, blootstelling aan carcinogenen (zoals tabaksrook of straling), virale infecties, en andere omgevings- of levensstijlfactoren omvatten.

 

Symptomen. De symptomen van een bottumor in de onderrug zijn meestal pijn in de onderrug met eventueel uitstraling naar heupen, billen benen of buik. Ook Stijfheid en moeite met bewegen, gevoelloosheid, spierzwakte in de benen kunnen ontstaan. Verandering in de blaas- en darmfunctie (urine-incontinentie, fecale incontinentie kunne ontstaan wanneer de tumor druk uitoefent op de zenuwen in het wervelkanaal),  Bij een ver gevorderd stadium van kanker treedt er ook gewichtsverlies op.

Scoliose

Scoliose is een aandoening waarbij de wervelkolom zijwaarts buigt, waardoor een abnormale kromming ontstaat. Deze kromming kan variëren in ernst, van mild tot ernstig, en kan één of meerdere bochten in de wervelkolom omvatten. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van scoliose:

 

Oorzaken. De Oorzaken van scoliose kunnen variëren. In de meeste gevallen is de oorzaak onbekend en wordt het idiopathische (op zich zelf staand)scoliose genoemd . Het kan echter ook het gevolg zijn van aangeboren afwijkingen van de wervelkolom (beenlengteverschil), neuromusculaire aandoeningen, spierzwakte, botziekten, of andere gezondheidsproblemen.

 

Symptomen. De symptomen van scoliose kunnen variëren afhankelijk van de ernst van de kromming en kunnen onder meer rugpijn, ongelijkheid in de schouders of heupen, een prominente ribbenkast aan één kant, en asymmetrische stand van het lichaam omvatten. In sommige gevallen kan scoliose ook leiden tot problemen met ademhalen en hartfunctie als de kromming ernstig is en de longen en het hart worden samengedrukt.

Ziekte van Bechterew

De ziekte van Bechterew, ook bekend als spondylitis ankylopoetica, is een vorm van artritis (ontsteking van gewrichten) die voornamelijk de wervelkolom aantast. Het is een chronische inflammatoire aandoening die geleidelijk aanhoudende pijn en stijfheid in de rug veroorzaakt. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van de ziekte van Bechterew:

 

Oorzaken. De exacte oorzaak van de ziekte van Bechterew is onbekend, maar genetische factoren lijken een rol te spelen, omdat de aandoening vaak voorkomt bij mensen met een familiegeschiedenis van de ziekte. Het wordt ook beschouwd als een auto-immuunziekte, waarbij het immuunsysteem abusievelijk gezond weefsel in de wervelkolom en gewrichten aanvalt, wat leidt tot ontsteking en schade.

 

Symptomen. De meest voorkomende symptomen van de ziekte van Bechterew zijn rugpijn en stijfheid, die meestal ’s ochtends erger zijn en verbeteren na lichte lichaamsbeweging. Andere symptomen kunnen zijn vermoeidheid, verminderde flexibiliteit in de wervelkolom, pijn en zwelling in andere gewrichten zoals de heupen, schouders en knieën, en in gevorderde gevallen, het buigen van de wervelkolom naar voren, bekend als kyfose of een “bamboespine” aspect.

Ziekte van Scheuermann

De ziekte van Scheuermann, ook bekend als juveniele osteochondrose van de wervelkolom, is een aandoening die voornamelijk adolescenten treft en resulteert in een abnormale groei van de wervels in de bovenste rug (thoracale wervelkolom). Deze aandoening veroorzaakt een kenmerkende kromming van de wervelkolom die kyfose wordt genoemd, wat resulteert in een “ronde rug” of “bochel” uiterlijk.

 

Oorzaken. De exacte oorzaak van de ziekte van Scheuermann is niet volledig begrepen, maar het wordt verondersteld dat genetische factoren een rol kunnen spelen, aangezien de aandoening vaak voorkomt in families. De aandoening wordt ook geassocieerd met afwijkingen in de groei en ontwikkeling van de wervelkolom tijdens de adolescentie, waardoor de normale vorm van de wervels wordt verstoord.

 

Symptomen. De belangrijkste symptomen van de ziekte van Scheuermann zijn meestal rugpijn en een zichtbare kromming van de bovenrug. Deze kromming kan progressief worden en in sommige gevallen kan er ook sprake zijn van stijfheid of beperkte beweging in de wervelkolom. De pijn kan toenemen na langdurig staan of zitten en kan verminderen bij rust.

Sacro-iliacale disfunctie

Sacro-iliacale (SI) disfunctie verwijst naar een aandoening waarbij er pijn en ongemak optreedt in het gebied rond het sacro-iliacale gewricht, dat zich bevindt tussen het heiligbeen (sacrum) en de bekkenbeenderen (ilium). Dit gewricht is cruciaal voor het overbrengen van gewicht van de bovenste naar de onderste ledematen tijdens beweging.

Hier zijn enkele belangrijke aspecten van sacro-iliacale disfunctie:

 

Oorzaken. SI-disfunctie kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, waaronder letsel door een val, auto-ongeluk of andere traumatische gebeurtenis, overmatige of herhaalde stress op het SI-gewricht (bijvoorbeeld door zwaar tillen, sporten of zwangerschap), degeneratieve veranderingen in het gewricht als gevolg van veroudering, en soms door onderliggende aandoeningen zoals artritis of bekkeninstabiliteit.

 

Symptomen. De symptomen van SI-disfunctie kunnen variëren, maar omvatten typisch pijn of ongemak in de onderrug, billen, heupen, liezen en/of dijen. De pijn kan scherp, dof, zeurend of stekend van aard zijn en kan erger worden bij activiteiten zoals staan, lopen, traplopen, zitten of langdurig in dezelfde houding blijven. Sommige mensen ervaren ook stijfheid of een gevoel van instabiliteit in het bekkengebied.

Lumbale facetarthrose

Het facetsyndroom, ook wel facetgewrichtssyndroom genoemd, verwijst naar een aandoening waarbij de facetgewrichten in de wervelkolom pijn veroorzaken. Facetgewrichten zijn kleine gewrichten aan de achterkant van de wervelkolom die helpen bij het stabiliseren en bewegen van de wervelkolom. Het syndroom ontstaat wanneer deze gewrichten ontstoken raken, beschadigd zijn of onder druk komen te staan, wat resulteert in pijn, stijfheid en andere symptomen.

Hier zijn enkele belangrijke aspecten van het facetsyndroom:

 

Oorzaken. Het facetsyndroom kan verschillende oorzaken hebben, waaronder degeneratieve veranderingen in de facetgewrichten als gevolg van veroudering, overmatige slijtage van de gewrichten door repetitieve bewegingen of zware belasting, letsel aan de facetgewrichten als gevolg van een ongeval of trauma, of abnormale uitlijning van de wervelkolom.

 

Symptomen. De symptomen van het facetsyndroom kunnen variëren, maar omvatten typisch pijn en stijfheid in de rug die kan uitstralen naar andere delen van het lichaam, zoals de billen, heupen of dijen. De pijn kan worden verergerd door beweging, zoals buigen, strekken of draaien van de wervelkolom, en kan ook optreden bij langdurig staan of zitten. Sommige mensen ervaren ook spierspasmen, verminderde flexibiliteit en moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.

Piriformissyndroom

Het piriformissyndroom is een aandoening waarbij de piriformisspier (musculus pirifomris)

de nervus ischiadicus, grote beenzenuw, irriteert of samendrukt. Dit is een aspecifieke aandoening, omdat er geen werkelijke pathologie gevonden kan worden. De piriformisspier is een relatief kleine bilspier die loopt vanaf de zijkant van het heiligbeen aan de bilzijde naar de buitenkant van het heupbeen. De ischiadicuszenuw loopt vanuit de plexus lumbosacralis (zenuwvlecht vanuit de onderrug) voorlangs of doorheen de piriformisspier naar de achterzijde van het been en loopt door tot in de voet.

 

Oorzaken. Het piriformissyndroom kan verschillende oorzaken hebben, waaronder overmatig gebruik of spanning van de piriformisspier, letsel aan de spier (bijvoorbeeld als gevolg van een val of trauma), anatomische afwijkingen in de heup of het bekken, spieronevenwichtigheden, of irritatie van de zenuw door de spier.

 

Symptomen. De symptomen van het piriformissyndroom kunnen variëren, maar omvatten typisch pijn, tintelingen, gevoelloosheid of een brandend gevoel in de bil, die kan uitstralen naar het achterbeen (soms zelfs tot aan de voet) aan één kant van het lichaam. De pijn kan verergeren bij bepaalde activiteiten zoals zitten, staan, lopen, traplopen, buigen of draaien van de heup.

Wat is ischialgie?

Ischialgie, ook bekend als ischias is geen aandoening, maar een symptoombeschrijving. Ischialgie verwijst naar pijn die langs de nervus ischiadicus (ischiadicus zenuw) uitstraalt. Deze zenuw loopt aan linker en rechter zijde vanaf de onderrug door het bekken naar de achterkant van elk been. Ischialgie treedt op wanneer deze zenuw ergens in zijn verloop geïrriteerd, samengedrukt of ontstoken raakt.

 

Oorzaken. Ischias kan veroorzaakt worden door een hernia, lumbale stenose, spondylolisthesis, SIG disfunctie, het piriformissyndroom of een andere spierverrekking of spasme.

 

Symptomen. Het meest voorkomende symptoom van ischias is pijn die langs de heupzenuw (nervus ischiadicus) straalt. Deze pijn kan variëren van een doffe, zeurende pijn tot een scherpe, brandende pijn. De pijn kan zich uitstrekken van de onderrug, door de bil, naar het achterbeen (soms zelfs tot aan de voet) aan één kant van het lichaam. Daarbij kan er ook gevoelloosheid of tintelingen en spierzwakte in het been ontstaan. Dit resulteert in een moeizaam looppatroon.

Bekkeninstabiliteit

Bekkeninstabiliteit is een aandoening waarbij de gewrichten in het bekkengebied te beweeglijk worden of onvoldoende stabiliteit bieden. Dit kan leiden tot pijn, bewegingsbeperkingen en een verminderd dagelijks functioneren. Het komt vooral voor bij zwangere vrouwen, maar kan ook buiten de zwangerschap ontstaan.  Het bekken bestaat uit drie botten: de twee heupbeenderen en het heiligbeen. Deze worden bij elkaar gehouden door stevige ligamenten en spieren.

 

Bij bekkeninstabiliteit is de balans tussen deze structuren verstoord, vaak doordat de gewrichten in het bekkengebied, zoals het schaambeen en de sacro-iliacale gewrichten, overbelast of overbeweeglijk zijn. 

 

Oorzaken. Tijdens de zwangerschap wordt bekkeninstabiliteit meestal veroorzaakt door hormonale veranderingen. Het hormoon relaxine maakt de banden in het bekken soepeler om de bevalling mogelijk te maken. Dit kan echter leiden tot instabiliteit als het bekken zijn normale ondersteuning verliest. Buiten de zwangerschap kan bekkeninstabiliteit ontstaan door trauma, overbelasting of zwakte van de omliggende spieren. 

 

Symptomen. Bekkeninstabiliteit gaat vaak gepaard met verschillende symptomen, waaronder: 

  • Pijn: meestal voelbaar in de onderrug, het bekken, de liezen of rond het schaambeen. Soms straalt de pijn uit naar de dijen of billen;
  • Bewegingsbeperkingen: mensen met bekkeninstabiliteit kunnen moeite hebben met lopen, traplopen of omdraaien in bed.
  • Klikgeluiden of instabiel gevoel: Bij bepaalde bewegingen kunnen klikgeluiden of een gevoel van “instabiliteit” in het bekken optreden.
  • Verergering van pijn bij specifieke activiteiten: Lange tijd staan, zitten, lopen of asymmetrische bewegingen zoals traplopen kunnen de klachten verergeren.

Lage rugpijn door aandoeningen van de organen

Lage rugpijn wordt veelal geassocieerd met problemen in de wervelkolom, zoals hernia’s of spierverrekkingen. Echter, lage rugpijn kan ook veroorzaakt worden door aandoeningen die niet direct gerelateerd zijn aan de wervelkolom, maar eerder aan organen in het lichaam.

Verschillende orgaanaandoeningen kunnen lage rugpijn veroorzaken.

 

Nierproblemen: Nierstenen, nierinfecties (zoals een urineweginfectie), nierontstekingen of andere nieraandoeningen kunnen lage rugpijn veroorzaken, vaak aan één kant van de rug.

 

Gynaecologische aandoeningen: Bij vrouwen kunnen problemen zoals endometriose, cysten op de eierstokken, vleesbomen, bekkenontstekingsziekte, verzakking van de baarmoeder, blaas of rectum ook lage rugpijn veroorzaken.

 

Gastro-intestinale aandoeningen: Problemen met organen in het maagdarmstelsel, zoals de darmen, maag, alvleesklier of galblaas, kunnen lage rugpijn veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij aandoeningen zoals prikkelbare darmsyndroom, colitis ulcerosa, galstenen of pancreatitis.

 

Prostaatproblemen: Bij mannen kunnen aandoeningen zoals prostatitis (ontsteking van de prostaat) lage rugpijn veroorzaken.

 

Infecties: Infecties elders in het lichaam, zoals een longontsteking of een urineweginfectie, kunnen soms ook uitstralen naar de onderrug en daar pijn veroorzaken.

 

Tumoren: Hoewel minder vaak voorkomend, kunnen tumoren in organen in de buurt van de onderrug, zoals de nieren, alvleesklier, eierstokken of prostaat, ook lage rugpijn veroorzaken.

Lage rugpijn door mobiliteitsstoornissen van het bewegingsapparaat en de organen

Naast voornoemde pathologieën die lage rugklachten geven, wordt lage rugpijn meestal veroorzaakt door mobiliteitsstoornissen van de spieren, banden, gewrichten en de vliezen rondom de organen (darmen, baarmoeder, blaas, eierstokken etc). Spieren, banden en vliezen (fascia) kunnen te kort of hypertoon (te gespannen) zijn of juist teveel op rek staan. Gewrichten kunnen verminderd bewegelijk (restrictie) of zelfs geblokkeerd zijn. Dit zijn eigenlijke de meest voorkomende oorzaken van lage rugklachten. Ze zijn aspecifiek van aard: er is geen pathologie (ziekte) aanwezig die de rugpijn verklaart. Ze zijn ook op aanvullend medisch onderzoek niet te duiden: Röntgen, echo, MRI, CT scan, bloedonderzoek. Deze klachten worden dan helaas vaak niet begrepen door anderen, inclusief artsen en therapeuten.

Bij mensen die lange tijd, chronisch, met aspecifieke pijn kampen, niet alleen in het bijzonder lage rugpijn, en waarbij aanvullend onderzoek niets oplevert, wordt vaak gesteld dat het probleem van psychosomatische oorsprong is: lichamelijke klachten die niet of onvoldoende verklaard kunnen worden door een lichamelijke aandoening, maar verergeren door of het gevolg zijn van een psychologisch probleem. Vaak wordt dan als therapie psychologie, psychomotorische therapie en of cognitieve therapieën geadviseerd door de behandelend arts.

 

Oorzaken. De oorzaken van de mobiliteitsstoornissen van de verschillende weefsels kunnen zijn: langdurige of herhaaldelijke immobiliteit van de lage rug, bijvoorbeeld bij een sedentaire levensstijl (veel zitten, weinig bewegen/sporten), een onverwachtse beweging (tijdens een fysiek trauma) en een slecht matras. Ook kunnen er micro-ontstekingen en dus mobiliteitsstoornissen in het vlies rondom de darmen ontstaan als gevolg van darmslijmvliesproblemen, zoals een leaky gut (lekkende darm,) door een slecht voedingspatroon. Verkorte en slechte doorbloeding van de vliezen rondom de baarmoeder en de blaas zorgen ook van mobiliteitsstoornissen van die weefsel.  Deze zijn dikwijls het gevolg van endometriose of een zwangerschap en kunnen op den duur ook resulteren in lage rugklachten. Zie ook ons artikel over urogynaecologische problematiek.

 

Symptomen. De symptomen van aspecifieke lage rugpijn kunnen erg uiteenlopen. De pijn kan zeurend of stekend van aard zijn in de onderrug. Met of zonder uitstralingspijn naar de bil en het been en met of zonder pijn in de lies of liezen en in de onderbuik. Bepaalde (langdurige) houdingen, bewegingen of activiteiten kunnen de klachten verergeren of juist verminderen. Nachtelijke pijn bij draaien in bed kan ook voorkomen.

 

Aspecifieke lage rugklachten kunnen meestal goed behandeld worden door de osteopaat. Zie verderop “Wat doet een osteopaat bij lage rugpijn?

Diagnose van lage rugpijn

Wanneer je te kampen hebt met lage rugklachten en de lumbalgie houdt een langere tijd aan, dan zul je waarschijnlijk je huisarts, een fysiotherapeut of misschien wel een andere paramedicus zoals een osteopaat raadplegen.

 

De therapeut zal tijdens het vraaggesprek je medische geschiedenis achterhalen. Hierin verzamelt hij informatie over symptomen, duur van de klachten, eerdere rugblessures of operaties, erfelijke factoren en andere medische aandoeningen die van invloed kunnen zijn op de wervelkolom.

 

Tijdens het lichamelijk onderzoek zal de therapeut vervolgens de wervelkolom, spieren en zenuwen van de patiënt evalueren. Daarbij let hij op tekenen van pijn, gevoeligheid, spierspasmen, veranderingen in reflexen, spierkracht en gevoelloosheid in de ledematen.

 

Indien de therapeut vermoedt dat het om lage rugpijn gaat als gevolg van een specifieke pathologie, dan kan hij je verwijzen naar de huisarts voor aanvullend beeldvormend onderzoek. De huisarts stuurt je in dat geval direct door naar het ziekenhuis voor een röntgenfoto of, als het probleem te gecompliceerd lijkt, naar een medisch specialist. Meestal wordt er een neuroloog of orthopeed ingeschakeld.

 

Het beeldvormend onderzoek kan bestaan uit de volgende tests:

 

Röntgenfoto’s: Röntgenfoto’s kunnen worden gebruikt om de algemene structuur van de wervelkolom te evalueren en om tekenen van botafwijkingen, zoals botsporen of slijtage, te identificeren. Hoewel niet de tussenwervelschijf zelf rechtstreeks kunnen visualiseren, kunnen ze helpen bij het uitsluiten van andere mogelijke oorzaken van rugpijn, zoals arthrose.

 

MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging): Een MRI-scan is een zeer nuttig beeldvormend onderzoek voor het diagnosticeren specifieke lage rugklachten. Het kan gedetailleerde beelden van de tussenwervelschijven en zenuwen produceren, waardoor eventuele uitsteeksels of compressie van de zenuwen en ruimte innemende processen (RIPs) duidelijk zichtbaar worden.

 

CT-scan (Computed Tomography): Een CT-scan kan worden gebruikt om driedimensionale beelden van de wervelkolom te maken en kan helpen bij het identificeren van de locatie en omvang van de lumbale pathologie, vooral wanneer een MRI-scan niet geschikt is vanwege contra-indicaties.

 

Myelografie: Dit is een invasievere procedure waarbij contrastmiddel wordt geïnjecteerd in het wervelkanaal gevolgd door röntgenfoto’s of een CT-scan. Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt om compressie van de zenuwen als gevolg van een hernia te identificeren.

Behandeling van lage rugpijn

Indien de lage rugpijn aspecifiek is, dus niet wordt veroorzaakt door een onderliggende pathologie, dan word je door de huisarts in eerste instantie verwezen naar een fysiotherapeut of houdingstherapeut / caesar therapeut / mensendieck therapeut.

 

De fysiotherapeut zal je begeleiden in oefeningen om de juiste spieren van je rug en buik te gebruiken en te versterken. Eventueel past de fysiotherapeut elektrotherapie of massage toe om het aangedane gebied te herstellen. De houdingstherapeut corrigeert, zoals de naam al impliceert, je houding en geeft je oefeningen om deze houding in stand te kunnen houden en te optimaliseren.

 

Indien je met fysiotherapie of houdingstherapie niet voldoende resultaat boekt, dan kun je een andere therapie overwegen. Uitblijvend resultaat is meestal het gevolg van niet opgeloste mobiliteitstoornissen van de gewrichten en spieren in de wervelkolom, het bekken en de ledematen en/of de bindweefselvliezen rondom de organen. Voor de oplossing van die problematiek kunt u terecht bij een osteopaat. De osteopaat speurt alle mobiliteitsstoornissen in het lichaam op en herstelt deze vervolgens. Bij een te grote mobiliteit van het bekken en de onderrug kan de osteopaat adviseren om immobiliserende orthese te gebruiken, zoals een bekkenband bij bekkeninstabiliteit.

 

Voor alleen mobiliteitsstoornissen in de wervelkolom en het bekken kun je ook de hulp vragen van een manueel therapeut, chiropractor of een MSK arts (muskuloskeletaal arts). Bestaan de mobiliteitsstoornissen tevens of alleen in de vliezen rondom de organen, dan kun je daarvoor alleen terecht bij een osteopaat.

 

Bij specifiek lage rugklachten, zoals een hernia en lumbale stenose, waarbij de klachten dusdanig erg zijn dat de pijn ondragelijk is en/of lichaamsfuncties (plassen, defeceren) verstoord raken, zal uiteraard een medische interventie nodig zijn. Denk hierbij aan pijnmedicatie, injecties met ontstekingsremmers en chirurgische ingrepen.

 

Zijn de pathologieën niet levensbedreigend en de klachten relatief mild, dan kan volstaan worden met conservatieve therapieën zoals pijnmedicatie, injecties, fysiotherapie en osteopathie etc.

Wat kun je zelf doen bij lage rugpijn?

Bij lage rugpijn zijn er verschillende zelfzorgmaatregelen die je kunt nemen om de symptomen te verlichten en het herstel te bevorderen. Ben je niet zeker over da aard van je klachten, raadpleeg dan altijd eerst de huisarts of een andere zorgprofessional zoals fysiotherapeut, osteopaat of chiropractor. Dit kun je zelf doen:

 

Blijf actief. Hoewel het verleidelijk kan zijn om volledige rust te nemen bij rugpijn, is het belangrijk om toch actief te blijven. Probeer lichte activiteiten zoals wandelen, zwemmen of fietsen, indien mogelijk. Vermijd echter activiteiten die de pijn verergeren.

 

Doe stretch oefeningen. Specifieke stretchoefeningen voor het hele lichaam kunnen helpen om de spieren te ontspannen, de flexibiliteit te vergroten en de stabiliteit van de rug te verbeteren. Goede stretchoefeningen zijn ingebouwd in Yoga en Pilatus. Raadpleeg hiervoor een yoga of pilatus instructeur. Of maak zelf een begin thuis met yoga door op YouTube te zoeken een “yoga voor beginners”. Leg thuis een matje op de vloer en ga aan de slag!

 

Versterk je spieren. Train je spieren in de sportschool met verschillende oefeningen en gewichten. Fitness vind je misschien wel saai, maar hierdoor ontwikkel je wel spiervolume, spierkracht en coordinatie. Vraag de fitness instructeur om advies. In Combinatie met yoga of pilatus is spiertraining de manier om zelfstanig lumbalgie op te lossen en te voorkomen.

 

Vermijd zware lasten. Til geen zware objecten op en vermijd activiteiten die een zware belasting van je rug vereisen. Als je toch iets moet tillen, buig dan door je knieën en houd je rug recht, en verdeel het gewicht gelijkmatig over beide zijden van je lichaam.

 

Beperk langdurig zitten. Probeer langdurig zitten te vermijden en sta regelmatig op om te bewegen en te strekken. Als je een zittende baan hebt, probeer dan een ergonomische stoel te gebruiken en regelmatig van houding te veranderen.

 

Investeer in een goed matras en hoofdkussen. Een matras en kussen, afgestemd op uw lichaam, zijn essentieel voor een goede nachtrust en geven uw lichaam gedurende de nacht de juiste ondersteuning. U brengt uw leven 1/3 slapend door. Om Lichamelijke klachten te voorkomen is het dus belangrijk dat tijdens de slaap geen lichaamsdelen bekneld raken. Heeft u een harder matras, dan past daar een harder kussen bij en vice versa.

 

Zorg voor een gezond voedingspatroon. Een gezond voedingspatroon kan een positief effect hebben op lage rugklachten. Hoewel voeding geen directe behandeling is voor rugpijn, kan het wel bijdragen aan het verminderen van ontstekingen, het bevorderen van een gezond gewicht en het ondersteunen van de algehele gezondheid van het lichaam, wat indirect kan helpen bij het verminderen van rugpijn. Een gezond voedingspatroon bestaat uit de dagelijkse inname van (liefst biologisch) groente en fruit, volkoren producten (liever geen geraffineerde granen tenzij u een intolerantie heeft voor volkoren producten), gezonde onverzadigde vetten, niet teveel verzadigde vetten, eiwitten op basis van planten en biologisch vlees, vis en gevogelte en peulvruchten, noten en zaden. Beperk ook de zoutinname en de consumptie van toegevoegde suikers. Belangrijk ook om de porties klein te houden. Dit voorkomt het een te hoge calorie inname. Drink voldoende water gedurende de dag om gehydrateerd te blijven.

 

Rook niet en drink weinig alcohol. Roken en alcohol kunnen een negatieve invloed hebben op de gezondheid van de onderrug door de bloedcirculatie te verstoren, de botdichtheid te verminderen, ontstekingsreacties te verergeren en het herstel van letsel te vertragen. Als onderdeel van een gezonde levensstijl en het verminderen van het risico op rugpijn, wordt het sterk aanbevolen om te stoppen met roken en het gebruik van alcohol tot een minimum te beperken.

Wat doet een osteopaat bij lage rugpijn?

Osteopathie is zowel geschikt voor de behandeling van specifieke als aspeciefike lage rugklachten. Afhankelijk van de aard van de specifieke lage rugklachten is osteopathie wel of niet geïndiceerd. Vaak is er bij klachten zoals een hernia of lumbale stenose de begeleiding van een medisch specialist (orthopeed) of een fysiotherapeut nodig. Bij aspecifieke lage rugklachten is osteopathie bij uitstek geïndiceerd.

 

De kracht van de osteopaat is het opspeuren van alle mogelijke mobiliteitsstoornissen van de verschillende weefsels in het lichaam. Denk hierbij aan geblokkeerde gewrichten in de onderrug, in de nek of in de voet, maar ook aan een overspannen musculus iliopsoas (beenbuigspier) of verminderde mobiliteit van de bekkenorganen zoals de blaas, baarmoeder en de darm. Elke mobiliteitsstoornis in het lichaam kan in meer of mindere mate lage rugpijn veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat alle aanwezige mobiliteitsstoornissen hersteld worden. En daarin ligt de expertise van de osteopaat.

 

De osteopaat van Centrum Osteon onderzoekt uw lichaam van top tot teen en spoort daarbij alle mobiliteitsstoornissen op.  Niet alleen in de wervelkolom, de benen en armen, maar ook die in uw organen. Vervolgens maakt hij een plan voor de behandeling van de lage rugpijn en legt dit aan u voor. Tijdens de behandelingen zal de osteopaat het systeem van de gewrichten, de spieren en banden en het orgaansysteem corrigeren.

 

Bij chronische rugklachten zijn doorgaans meerdere consulten nodig verspreid over een langere periode. Het lichaam moet namelijk langzaam een nieuwe balans vinden zonder de aanwezigheid van de mobiliteitsstoornissen. Natuurlijk kan de osteopaat niet alle lage rugklachten geheel oplossen. Dat hangt namelijk af van de eventueel aanwezige specifieke aandoening (bijv. hernia) en/of nodige interventie. In die gevallen zal de osteopaat u verwijzen naar een andere therapeut, mocht die samenwerking nog niet bestaan.

Samenvatting

Lage rugpijn (lumbalgie) is een veelvoorkomend probleem dat een aanzienlijke impact kan hebben op het dagelijks leven van mensen. Lage rugklachten zijn te onderscheiden in specifieke en aspecifieke lage rugpijn. De meest voorkomende oorzaken van specifieke lage rugpijn zijn een hernia, lumbale stenose, spondylolistethesis en lumbale arthrose. Aspecifieke lage rugpijn wordt niet veroorzaakt door een aanwijsbare aandoening. Deze vorm van rugpijn is het gevolg van een fysiek trauma, weinig lichaamsbeweging en/of langdurige verkeerde houding.

 

De symptomen bij lage rugpijn lopen uiteen. De pijn kan zich enkel lokaal in de onderrug situeren. Zijn echter ook de zenuwen in de onderrug aangedaan, dan kan de pijn ook uitstralen naar het been en de voet en kunnen er spierzwakte en reflex-, plas- en ontlastingsproblemen ontstaan. De behandeling van lage rugklachten kan verzorgd worden door een medisch specialist in de vorm van injecties of een operatie, een fysiotherapeut, osteopaat, manueel therapeut, chiropractor of MSK-arts.

 

Osteopathie is in het bijzonder effectief bij de behandeling van aspecifike lage rugklachten, omdat de osteopaat alle mogelijke mobiliteitsstoornissen in het lichaam herstelt die verantwoordelijk kunnen zijn voor de lumbalgie. Als patiënt kunt u ook zeker zelf lage rugpijn voorkomen en verminderen. Yoga, Pilatus, fitness, actieve levensstijl, een gezond voedingspatroon, weinig alcohol en niet roken houden de rug gezond.